Narratief cv
Een narratief cv is een alternatieve vorm van een curriculum vitae waarin onderzoekers hun loopbaan en bijdragen aan het onderzoek weergeven in een narratief format.
In een narratief cv kunnen onderzoekers een breder en rijker beeld geven van hun onderzoeksprofiel en -activiteiten, voorbij de traditionele kwantitatieve indicatoren zoals publicatielijsten en citatiescores.
Kenmerken van een narratief cv:
- Narratieve structuur
De onderzoeker beschrijft in eigen woorden zijn, haar of diens bijdrage aan wetenschap, onderwijs, maatschappelijke impact, leiderschap en samenwerking. - Brede waardering
Er is ruimte om prestaties te benoemen die in een klassiek cv vaak onderbelicht blijven, zoals mentoring, team science, open science en bijdragen aan beleid of praktijk. - Reflectie
Het cv bevat vaak reflectie op keuzes, leerervaringen en de ontwikkeling van de onderzoeker.
Onderzoeksprofiel, onderzoekcultuur en key outputs
Het narratief cv dat Regieorgaan SIA en NWO gebruiken bestaat uit 3 onderdelen: het onderzoeksprofiel, een beschrijving van de onderzoekscultuur en standaarden specifiek voor de context waarbinnen de onderzoeker werkt, en maximaal 10 key outputs. Hieronder kun je een toelichting op elk van deze 3 onderdelen lezen. Het narratief cv draagt bij aan de beoordeling op kwalitatieve indicatoren, passend bij de individuele context van de onderzoeker in het hbo.
- Onderzoeksprofiel
Een narratief profiel van de praktijkgerichte onderzoeker. In een verhalend format wordt het eigen, unieke pofiel, inclusief de onderzoeksfocus, visie kwaliteiten, vaardigheden en activiteiten die relevant zijn voor de subsidieaanvraag beschreven. - Onderzoekscultuur en context
Een korte narratieve omschrijving van de specifieke context (sector) en cultuur waarbinnen het onderzoek plaatsvindt en de standaarden die daar gelden. Deze context helpt de beoordelingscommissie om de key outputs te beoordelen. - Key outputs
De key outputs hebben een narratief karakter. Vaak geldt een maximum aantal woorden of aantal outputs, maar opsommingen dienen vermeden te worden. Voor elke key output beschrijft de onderzoeker de beoogde impact, wie er profijt heeft van de output en welke kwaliteitsindicatoren horen bij de output. Voorbeelden van key outputs zijn: samenwerkingen met praktijkpartners, ontwikkeling van instrumenten voor de beroepspraktijk of het onderwijs, bijdrage aan professionalisering van het werkveld, bijdrage aan oplossingen voor maatschappelijk vraagstukken in de regio, studenten betrekken bij onderzoeksprojecten.