Circulair ondernemen: “Het product trein ‘vercirculairt’”

4 december 2023

In het kader van het 20-jarig jubileum van Regieorgaan SIA spraken we met Ilse de Vos-van Eekeren, programmamanager Circulair Ondernemen bij NS, en Katja Nelissen, beleidsadviseur Duurzaamheid en Circulaire Economie bij ProRail. Zij schakelden Deltapremiewinnaar Hogeschool Windesheim in voor het volledig recyclebaar maken van treinmateriaal.

Circulaire treinen

Bij het lectoraat Kunststoftechnologie van Deltapremiewinnaar Margie Topp (2021) is ook associate lector Albert ten Busschen werkzaam. Hij heeft de onderdelen van treinen die niet herbruikbaar waren, recyclebaar gemaakt. Ilse de Vos-van Eekeren, programmamanager Circulair Ondernemen bij NS, en Katja Nelissen, beleidsadviseur Duurzaamheid en Circulaire Economie bij ProRail – of ‘circulair ambassadeur’ zoals ze zelf liever zegt – vertellen wat dit baanbrekende onderzoek voor hen, voor de spoorsector én voor de wereld betekent.

Hoe ontstond de samenwerking?

Ilse: “Onze 20 jaar oude dubbeldekkers van de treinserie VIRM waren aan het einde van hun technische levensduur. Door modernisering maken we deze weer als nieuw, op een zo circulair mogelijke manier. Dat gebeurt in de moderniseringswerkplaats van de NS in Haarlem. Van het materiaal uit de oude trein komt 85% na een grondige opknapbeurt weer terug in de trein, zoals de voorruit, de deuren en de machinistenstoel. Het resterende deel krijgt een tweede leven buiten de trein. De grote uitdaging zit in de kunststofcomposieten, waar de zijwanden van de trein en de bagagerekken van zijn gemaakt."

"Tot voor kort brachten we dit materiaal naar de stort omdat er geen techniek bestond om ze te recyclen. Dit vonden we niet oké, want wij geloven dat afval niet bestaat. Daarom zijn we op zoek gegaan naar partners om te innoveren en dit materiaal herbruikbaar te maken. Zo kwamen we uit bij Windesheim in Zwolle, waar het RAAK-project liep over het hergebruiken van hybride kunststoffen, en zijn we direct partner geworden.”

En voor ProRail?

Katja: “Nederland wil vanaf 2030 alleen nog klimaatneutrale infraprojecten. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt daaraan, ProRail heeft er een rol in voor het spoor en Rijkswaterstaat voor het wegen-, wateren vaarwegennet. Dus toen Ilse bij ProRail peilde of we mee wilden doen aan dit circulaire project, hoefden we daar niet lang over na te denken.”

Katja Nelissen en Ilse van Eekeren

Katja Nelissen (rechts) en Ilse van Eekeren

Hoe is het onderzoek aangepakt?

Ilse: “In de eerste plaats wilde de hogeschool met het onderzoek aantonen dat het mogelijk is om het materiaal herbruikbaar te maken. Van de composieten van de zijwanden en de bagagerekken uit de treinen zijn tafels en kasten gemaakt, maar bijvoorbeeld ook stootwanden die schepen beschermen bij sluizen. Dankzij het onderzoek van Windesheim bestaat er nu een techniek en is bewezen dat het kan. De tweede uitdaging was toepassingen vinden. De techniek is nieuw en er is nog geen markt voor. En daar kwam ProRail in beeld.”

Katja: “ProRail is hard op zoek naar alternatieven voor beton, staal en koper. We willen een lagere milieuimpact en afvalstromen hoogwaardig herbestemmen. De dwarsliggers – dat zijn de balken die tussen het spoor liggen – zijn vaak van beton. Het is geweldig als we voortaan dwarsliggers gemaakt van oude treinonderdelen kunnen gebruiken.”

Waar staat het onderzoek nu?

Katja: “Het prototype van de dwarsligger is klaar. Nu moet het product nog goedgekeurd worden voor gebruik. Bij het spoor zijn we gericht op veiligheid en continuïteit. Dat brengt met zich mee dat de organisatie voorzichtig is met vernieuwen.

Het kost tijd. Eerst moeten we kijken of het prototype ingebracht kan worden bij onze proeftuin Duurzame Dwarsligger. Daarna moet het product nog het ‘vrijgavetraject’ in en dat betekent veel testen. Pas als alles veilig en goedgekeurd is, wordt het product vrijgegeven voor toepassing in het spoor.”

Wat betekent het onderzoek voor jullie?

Ilse: “Het onderzoek helpt ons met de ruim 3% moeilijke materialen uit de trein – de composieten – circulair te maken. Dat klinkt misschien weinig, maar het gaat om 871 rijtuigen en daarmee om miljoenen kilo’s materiaal die niet meer de verbrandingsoven in hoeven. Dankzij dit onderzoek zijn de treinen voor een nog groter deel recyclebaar. We komen nu uit op 99% circulaire treinmodernisering.”

Katja: “Het product trein ‘vercirculairt’. We zoeken naar hoogwaardig hergebruik en liefst binnen de spoorsector, want dan houden we de cirkel zo klein mogelijk. Het helpt bovendien het verhaal: bij ProRail hebben we bijvoorbeeld al een circulaire perrontegel, maar wat je ziet is nog steeds een grijze stoeptegel. Dat is niet erg zichtbaar. Treinonderdelen hergebruiken in het spoor spreekt meer tot de verbeelding.”

Ilse: “Ik zie het helemaal voor me: die nieuwe trein die over zijn eigen zijwanden rijdt, zó vet!”

Katja Nelissen en Ilse van Eekeren

Katja Nelissen (rechts) en Ilse van Eekeren

Missie geslaagd?

Ilse: “Dit is pas het begin. Het spoor houdt niet op bij de grenzen van Nederland en het klimaatprobleem ook niet. We zijn nu bezig met een Europees project over zero waste. Daarvoor werken we ook weer samen met Windesheim. Maar we kijken ook voorbij de grenzen van Europa. Laatst was ik met onderzoeker Pieter Schreuder op een wereldwijd spoorcongres in Parijs. Daar presenteerde Pieter het prototype van de nieuwe dwarsligger. Hij eindigde met de vraag: wie ziet er kansen in het spoor?

Uit de zaal kwam het idee om er een kabelgoot van te maken. Verschillende landen toonden belangstelling om mee te doen. Het probleem met de moeilijk te recyclen kunststoffen speelt trouwens niet alleen bij treinen, maar ook bij bijvoorbeeld vliegtuigen, boten en rotorbladen van windmolens. Het materiaal is licht en sterk, dat zijn goede eigenschappen en daarom wordt het materiaal wereldwijd veel toegepast.”

Dus het reikt verder dan de spoorsector?

Ilse: “Zeker, Windesheim heeft een techniek ontwikkeld voor de hele wereld. De impact is groter dan de NS-treinen, groter dan de spoorsector. Dit kan in de hele wereld worden toegepast.”

Hoe beviel de samenwerking?

Katja: “Soms schuurt de samenwerking tussen ProRail en NS, maar op het gebied van duurzaamheid en circulariteit speelt dat niet. We hebben hetzelfde hogere doel: de treinreis in zijn geheel zo duurzaam mogelijk maken.” Ilse: “We hebben maar 1 wereld.”

En de samenwerking met de hogeschool?

Katja: “De studenten denken out-of-the box en komen met concrete oplossingen. Ze zijn gemotiveerd: dit is de generatie die last heeft van de vervuiling en klimaatverandering. Vervolgens maken de onderzoekers het resultaat praktisch en tastbaar. Zo werken ze samen met een ontwerper die het meubilair maakt en geven ze het meubilair een plek in de school. Op die manier gaat het leven en bereik je een groter publiek.”

Ilse: “Windesheim heeft naast een academische inslag ook een praktische inslag. Ze denken mee, voeren ideeën uit en communiceren goed. Ze hebben bijvoorbeeld een filmpje gemaakt van het onderzoeksproces. Het demonstratiemodel van de dwarsligger nemen ze overal mee naartoe, ook naar het SIA-congres waar de uitreiking was van de RAAK-award die we in 2021 wonnen. In hetzelfde jaar won NS met deze innovatie ook de Circulaire Award, uitgereikt door minister-president Mark Rutte."

Raden jullie het andere bedrijven aan?

Ilse: “Onze kerntaak bij NS is mensen van A naar B brengen. Voor ProRail is het zorgdragen voor de infrastructuur. Materialen herbruikbaar maken is niet onze kerntaak, maar dat is het wel voor het lectoraat. Dat maakt het waardevol om kennis met ze te maken en samen te werken.”

Katja: “Andersom beteken je als bedrijf ook iets voor de hogeschool. NS en ProRail zijn bedrijven die tot de verbeelding spreken. Dat is mooi voor de hogeschool, het helpt om zichtbaarder te zijn en meer impact te hebben. Als bijvangst maken studenten en bedrijven kennis met elkaar. Binnenkort gaan deze studenten op zoek naar een baan waar duurzaamheid telt, en wij hebben ze hard nodig als nieuwe medewerkers.”

Hebben jullie een tip voor lectoren?

Katja: “Ze zouden naar ons toe nog iets brutaler mogen zijn. Ze hebben een mooi product, dus laat je horen.”

Ilse: “Na 40 jaar, als de dwarsligger aan het einde van zijn levensduur is, ‘vervlok’ je hem opnieuw en maak je er een nieuwe dwarsligger van. Zo blijft het materiaal, hoogwaardig en misschien wel oneindig, in de kringloop. Dus ik wil tegen Albert ten Busschen en de andere lectoren zeggen: zie in hoe waardevol jullie zijn.”