Betekenisvolle dialogen met sociale robots
We zien steeds meer mogelijkheden voor de inzet van sociale robots, maar kunnen robots ook een betekenisvolle dialoog voeren met iemand met dementie? Dit onderzochten onderzoekers van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) samen met literatuurorganisatie Wintertuin, ArtEZ University of the Arts, de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en zorginstellingen AxionContinu en Vitalis WoonZorg Groep in het KIEM GoCI-project Robotstories.
In gesprek met sociale robot Memo
In 3 sessies zijn de bewoners van AxionContinu en Vitalis in gesprek gegaan met sociale robot Memo – in eerste instantie met een kartonnen versie, in de 2e en 3e sessie met de echte robot.
“Uit eerdere versies van het onderzoek, waarin we ook samenwerkten met schrijvers van Wintertuin en de VU, hadden we al ervaringen met het inzetten van sociale robots in dialogen met kinderen”, aldus Jorrit Thijn, een van de onderzoekers vanuit de HKU, “en we wilden weten of onze bevindingen ook voor andere doelgroepen gelden.”
De doelgroep ouderen met dementie was een logische keuze volgens Thijn: “De zorgcontext krijgt steeds meer te maken met robots. Voor ons als onderzoekers ligt de rol van de robot nog niet echt vast. We wilden vooral onderzoeken hoe een sociale robot een betekenisvolle dialoog aan kan gaan met iemand met dementie, en hoe dit de bestaande zorg kan verrijken.”
Samenwerking met zorginstellingen
De onderzoekers legden contact met zorginstellingen AxionContinu en Vitalis, met wie Wintertuin al langer samenwerkt. Patti Meijdam, zorgmedewerker bij AxionContinu, was direct enthousiast om vanuit de praktijk bij te dragen aan het onderzoek.
“De werkdruk in de zorg is erg hoog. Het fenomeen robots in de zorg staat natuurlijk nog in de kinderschoenen, maar ik zie wel een toekomst waarin robots ons werk kunnen verlichten. En een onderzoek waarin onze bewoners worden betrokken leidt vanzelfsprekend sneller tot iets wat ook echt werkt in de praktijk.”
Feedback van de eindgebruiker
Meijdam selecteerde in overleg met de onderzoekers een aantal bewoners die wilden meewerken aan het onderzoek. Op basis van hun interacties met de sociale robot en hun reacties daarop konden de schrijvers van Wintertuin en de programmeurs en interactieontwerpers van de VU de robot verder aanscherpen.
Thijn: “De betrokkenheid van Patti als zorgmedewerker was erg belangrijk voor het verkrijgen van feedback. Zij en de bewoners kennen elkaar goed, waardoor ze naar haar veel opener antwoorden dan naar mij. Daarnaast kon Patti na een paar dagen polsen wat er was blijven hangen van de sessie.”
Het karakter van een sociale robot
Want wat moet een sociale robot nou eigenlijk kunnen om een betekenisvol gesprek te voeren? “Los van dat de respons van de robot natuurlijk adequaat moet zijn, speelt bijvoorbeeld ook de houding en het stemgeluid mee. Het zit soms in kleine dingen, zoals stopwoordjes”, aldus Thijn.
“De inbreng van de schrijvers van Wintertuin was daarbij onmisbaar. Programmeurs zijn ook in staat dialogen te schrijven, maar eigenlijk ben je een heel karakter aan het ontwikkelen en dat is echt het vak van schrijvers.”
Dialoog over mens-zijn
De teksten van de schrijvers leverden soms verrassende dialogen op. “Tijdens de 2e sessie kwam door een vraag van de robot het gesprek op het onderwerp mens-zijn. Dat werd een bijzonder gesprek en een van de schrijvers heeft dat verder uitgewerkt voor de laatste sessie.
"En juist daar zie ik een rol weggelegd voor de sociale robot: hij kan een ander soort gesprek starten dan de herhalende gesprekken waar mensen met dementie soms in belanden. Om deze patronen te doorbreken kunnen familie en vrienden van een cliënt Memo erbij pakken.”
“Dat is heel waardevol”, beaamt Meijdam. “Mensen met dementie kunnen in sommige dingen ontremd zijn of in dingen blijven hangen, dan moet je ze eigenlijk afleiden en uit de situatie halen. Zo’n robot zou dan een mooie oplossing kunnen zijn.”
Ethische kwesties
Het moment waarop Memo daadwerkelijk ingezet kan worden laat waarschijnlijk nog even op zich wachten. Thijn: “Hoe meer onderzoek ik met robots doe, hoe meer ontzag ik krijg voor ons eigen brein. Onze verwachtingen van robots zijn hoog, maar met een vingerknip een dialoog instappen zoals wij dat kunnen, daar is de robot nog lang niet. Daar is eerst meer onderzoek voor nodig.”
Los van de technische aspecten waar de sociale robot aan moet voldoen, spelen er ook ethische kwesties rondom robots in de zorg. Is het bijvoorbeeld ethisch verantwoord als de robot een beter geheugen heeft dan zijn gesprekspartner? En hoe zit het eigenlijk met het gender van de robot?
Thijn: “De schrijvers kozen er bewust voor de robot genderloos te maken. Betekent dat dat we ons mengen in een emancipatiebeweging tussen mensen, waar van alles aan het verschuiven is? We hebben daar nog geen antwoord op, maar dat is wel iets waartoe we ons moeten verhouden in ons onderzoek.”
Organisch groeiend consortium
Er zijn nog veel stappen te zetten voordat de sociale robot als gesprekspartner in de zorg ingezet kan worden. De consortiumpartners zijn gemotiveerd om dit onderzoeksproces samen voort te zetten. Thijn: “We werken nu aan verschillende onderzoeksvoorstellen. Het KIEM-project en eerdere onderzoeken hebben ervoor gezorgd dat het consortium op een organische wijze is gegroeid.”
Hierdoor zijn de partijen goed op elkaar ingespeeld en weten ze wat ze aan elkaar hebben. Daarnaast heeft de KIEM GoCI-aanvraag bijgedragen aan een duidelijke afbakening van het onderzoek. Thijn: “Door de aanvraagprocedure te doorlopen ben je heel bewust bezig met wat je nou precies wil onderzoeken.”
De volgende stap
In vervolgonderzoek wil het consortium ook gaan samenwerken met technologische bedrijven gespecialiseerd in zorgrobots, bijvoorbeeld op het gebied van spraaksynthese en interactie-ontwerp. “Hierdoor krijgt de sociale robot meer mogelijkheden wat betreft intonatie, wat pijnlijke situaties in persoonlijke gesprekken kan voorkomen. We zijn al met een bedrijf in gesprek hierover.”
“Ook willen we kijken naar hoe we het instellen van de robot toegankelijker kunnen maken. Bijvoorbeeld door een interface waarmee gebruikers zelf een betekenisvol dialoog kunnen ontwerpen. Hiermee wordt een schakel - de programmeur - uit het proces gehaald en is een praktisch toepasbare sociale robot weer een stap dichterbij.”