Hoe praktijkgericht onderzoek van Avans bijdraagt aan het oplossen van netcongestie
De capaciteit van ons elektriciteitsnet kan de vraag naar stroom niet bijbenen, een probleem dat steeds nijpender wordt. En dat wringt. Want ondernemers willen duurzaam groeien met hun bedrijf, maar netbeheerders kunnen niet altijd de elektriciteit leveren die bedrijven vragen. Onderzoeker Mertijn Weeda werkt bij het lectoraat Smart Energy van MNEXT, het Centre of Expertise van Avans Hogeschool onder leiding van lector Jack Doomernik. Samen met Jan Rietdijk van het Kempisch Ondernemers Platform en studenten ontwikkelt hij een oplossing: het opzetten van energiehubs.
Inhoud
- Kempen Energy Hub
- De volgende generatie betrekken bij de energietransitie
- De energiehub in een coöperatiemodel
- Geen individueel maar gezamenlijk capaciteitscontract
- Van dieselgenerator naar energiehub
- Samenwerken is van essentieel belang
- Mooi praktijkvoorbeeld voor andere bedrijven
Rietdijk, programmamanager duurzaamheid en energie bij het Kempisch Ondernemers Platform schetst de situatie in de regio Kempen: “In Bergeijk speelde netcongestie al drie à vier jaar. Ondernemers wilden uitbreiden, maar ze zaten tegen de grens aan. Enexis, de netbeheerder in deze regio, werkt aan verbetering en uitbreiding van het elektriciteitsnet, maar dit gaat niet snel genoeg. Ondernemers die tegen capaciteitsproblemen aanliepen of die voorzagen dat ze niet zouden kunnen groeien door de netcongestie, wilden hier samen een oplossing voor vinden. Tijdens ons onderzoek naar een oplossing misten we kennis. Omdat we al langer contacten hebben met Avans Hogeschool, was het lijntje met Mertijn Weeda snel gelegd.” Avans Hogeschool, het Kempisch Ondernemers Platform en een aantal bedrijven uit de regio deden vervolgens samen een subsidieaanvraag. Met het geld van die subsidie zijn ze het Kempen Energy Hub project gestart.
Onze studenten, ook al zijn ze nog zo jong, bedenken prachtige oplossingen voor problemen waar we nu tegenaan lopen in de energietransitie.
Mertijn Weeda is enthousiast over de creativiteit en de ideeën die zijn studenten aan Avans Hogeschool inbrengen in het onderzoek dat Avans doet voor en samen met ondernemers uit de regio Kempen. Studenten vanuit verschillende studierichtingen werken voor bedrijven – praktijkpartners van Avans – die tegen de beperkingen van het elektriciteitsnet aanlopen. Een oplossing die is opgezet in deze regio zijn energiehubs. Zo’n hub is een plek waar meerdere bedrijven lokaal energie opwekken, opslaan en met elkaar delen om het bestaande net slimmer te benutten. Door vraag en aanbod zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld met batterijen, wordt het bestaande elektriciteitsnet minder belast en is groei weer mogelijk voor bedrijven.
Mertijn Weeda, onderzoeker bij Avans Hogeschool, en Jan Rietdijk van het Kempisch Ondernemers Platform (KOP) bij een batterij van Kempen Energy Hub in Bergeijk.
Kempen Energy Hub
Het Kempisch Ondernemers Platform is een samenwerkingsverband van een vijftal ondernemersverenigingen op twaalf bedrijventerreinen in Valkenswaard, Bergeijk, Eersel, Bladel en Reusel-de Mierden. Dit platform heeft met Avans Hogeschool, Energy Freedom, Alius en Customized Energy Systems (Exide) een consortium opgericht en zijn het project Kempen Energy Hub gestart. Samen ontwikkelen ze oplossingen voor netcongestie, waarbij ze samenwerken met Enexis, gemeenten en de provincie Noord-Brabant.
Het project loopt tot 2027 en is bedoeld om kennis op te bouwen en te verspreiden, zodat bedrijventerreinen beter voorbereid zijn op een toekomst met een steeds zwaarder belast elektriciteitsnet.
De volgende generatie betrekken bij de energietransitie
Mertijn Weeda is onderzoeker bij MNEXT, het Centre of Expertise Materialen- en Energietransitie van Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences. MNEXT doet praktijkgericht onderzoek naar duurzame alternatieven voor energie, zoals opslag, transport en energiesystemen. “Dat onderzoek doen we samen met onze studenten. Zo maken studenten via de praktijk kennis met de energietransitie”, vertelt Weeda. “Niet alleen studenten met een technische opleiding werken mee aan, in dit geval, het Kempen Energy Hub project, ook een student communicatie of bedrijfskunde. In de vorm van een stage of afstudeerproject gaan deze studenten aan de slag. Dat is altijd een opdracht die ze uitvoeren bij een van onze praktijkpartners. Wij zitten dan al in een project met een opdrachtgever en de student gaat ons daarbij helpen. Die begeleid ik inhoudelijk.”
Mertijn Weeda begeleidt studenten van Avans Hogeschool.
De energiehub in een coöperatiemodel
“Elk half jaar zijn er minimaal twee studenten die aansluiten bij het Kempen Energy Hub project”, vervolgt Rietdijk. “Wij dragen een vraagstuk aan, Weeda bekijkt vervolgens wat voor student hij daaraan kan koppelen.” Zo kwam Rietdijk met de vraag welke organisatievorm ze het beste konden gebruiken voor het opzetten van de energiehub. Rietdijk: “Om zo’n energiehub samen te realiseren, heb je een organisatiestructuur nodig. En daarvoor zijn verschillende mogelijkheden. Bij Kempen Energy Hub hebben we voor een coöperatiemodel gekozen. Om zo’n model te laten slagen, heb je een trekker nodig, een onafhankelijke partij. Die partij managet de hele energiehub: hij doet aanvragen voor bijvoorbeeld batterijen of voor extra zonnepanelen, kijkt wie de beste software of hardware provider is, diegene organiseert de overleggen, zorgt dat alle contacten goed lopen en die partij geeft onafhankelijk advies aan de groep ondernemers.”
Praktijkgericht onderzoek van hogescholen is niet alleen zelf onderzoek doen, maar ook de volgende generatie meenemen in dit soort onderzoek, zodat ze écht met deze maatschappelijke uitdagingen aan de slag kunnen.
Weeda vult aan: “Een student technische bedrijfskunde heeft dit allemaal gedocumenteerd. Vervolgens heeft die student geïnventariseerd wat de behoeftes waren van de ondernemers. Wat wilden ze met elkaar bespreken? Op welke manier wilden ze communiceren? En hoe wilden ze dat de besluitvorming plaatsvond? Daarom heeft de student veel ondernemers gesproken en vervolgens een raamwerk ontwikkeld voor die organisatiestructuur. En toen kwam duidelijk naar voren dat de ondernemers een onafhankelijke partij wilden, waarbij ze wel ieder evenveel zeggenschap zouden hebben. Deze opdracht heeft de student zo gemotiveerd dat hij verdergaat in de energietransitie. En dat is belangrijk, want we hebben mensen nodig om deze problematiek op te lossen.”
“Als hbo-onderzoekers zitten we heel dicht op de praktijk en dat is ook ons doel”, vervolgt Weeda. “Wij willen vooral praktische oplossingen bieden. Praktijkgericht onderzoek van hogescholen is niet alleen zelf onderzoek doen, maar ook de volgende generatie meenemen in dit soort onderzoek, zodat ze écht met deze maatschappelijke uitdagingen aan de slag kunnen.”
Geen individueel maar gezamenlijk capaciteitscontract
En netcongestie is overduidelijk zo’n maatschappelijke uitdaging waar veel bedrijven in Nederland tegenaan lopen. Niet alleen stagneert de groei van bedrijven, de verduurzaming schiet ook in de vertraging. Bedrijven willen nu niet investeren in zonnepanelen of windturbines, omdat ze de opgewekte energie vaak niet terug kunnen leveren aan het net. Dat heeft alles te maken met het capaciteitscontract dat bedrijven afsluiten met hun netbeheerder, waarin is bepaald wat het bedrijf aan maximaal vermogen mag afnemen én terugleveren. Door het volle elektriciteitsnet kan stroom niet altijd worden teruggeleverd, hoewel de buurman die stroom wel wil afnemen, maar niet krijgt. Daarom hebben de Kempense ondernemers die samenwerken in de energiehub nu gezamenlijk een capaciteitscontract afgesloten met hun netbeheerder. “Normaliter sluit ieder individueel bedrijf zo’n capaciteitscontract af”, legt Weeda uit, “Bij een energiehub sluiten meerdere bedrijven samen een contract af. Zo krijg je als groep meer ruimte om het gebruik beter op elkaar afstemmen.”
Je kunt al heel veel oplossen door gewoon slimmer en met elkaar samen te werken. En je wordt door een batterij ook meer zelfvoorzienend.
Wat een energiehub tot zo’n succes maakt, is dat de vraag van bedrijven naar stroom complementair is. Rietdijk: “Dit betekent dat bedrijven op verschillende momenten pieken in hun energieverbruik. Het ene bedrijf heeft in de ochtend meer stroom nodig, het andere juist in de middag. Door die complementaire profielen aan elkaar te koppelen, blijven ze als groep onder de grenzen die de netbeheerder stelt. Door de energiehub hoeven we niet meer te wachten op uitbreiding van het elektriciteitsnet, maar kunnen we nu gewoon vooruit. Het bestaande netwerk dat in de grond ligt is hiervoor groot genoeg.”
De bedrijven in de Kempen Energy Hub maken namelijk gebruik van dat bestaande netwerk. In eerste instantie is er bij één bedrijf binnen de hub een batterij geplaatst. Deze ondernemer piekte vaker in zijn stroomverbruik. Op het moment dat de vraag naar energie bij dat bedrijf groter is dan zijn contractvermogen, dan springt de batterij automatisch aan (peakshaving). Dat gebeurt via een slim cloud based systeem. Het productieproces bij het bedrijf loopt daardoor gewoon door. Inmiddels maken de andere bedrijven binnen de hub tijdens hun piekmomenten ook gebruik van die ene batterij.

Jan Rietdijk, Kempisch Ondernemers Platform (KOP)
Van dieselgenerator naar energiehub
Rietdijk: “Doordat de bedrijven nu samenwerken in een energiehub, kunnen ze weer groeien. Een van de vele metaalbewerkingsbedrijven in Brabant die onderdeel is van deze hub heeft nu tot wel 50 procent meer capaciteit. Dat is een enorme stap vooruit!”
Een ander bedrijf had een dieselgenerator aangeschaft om zijn machines te laten draaien. Sinds deze ondernemer aangesloten is bij de energiehub, is die generator niet meer nodig. Rietdijk: “De ondernemer vindt het geweldig, want het is een stuk duurzamer en het scheelt hem 1.000 liter brandstof per week. En dit is nog exclusief de huur voor de generator.”
Weeda vervolgt: “Je kunt al heel veel oplossen door gewoon slimmer en met elkaar samen te werken. En je wordt door een batterij ook meer zelfvoorzienend.”
Samenwerken is van essentieel belang
Dat is toch wel de rode draad die door dit project loopt: samenwerken. Samenwerking tussen de bedrijven onderling, de samenwerking tussen Avans Hogeschool en Kempen Energy Hub, de samenwerking tussen bedrijven en de netbeheerder en met de overheid. En ook de opleidingsinstituten in de regio weten elkaar te vinden.
“Als wij vanuit Avans Hogeschool niet de student vinden voor een vraagstuk bij een praktijkpartner, dan nemen we contact op met een andere kennisinstelling, zoals Fontys Hogeschool om te checken of zij een geschikte student kennen”, licht Weeda toe. “En als het om een meer academisch vraagstuk gaat, dan hebben we lijntjes met de universiteiten in Eindhoven en Tilburg. Ook binnen dit project hebben studenten van verschillende instellingen bijgedragen aan oplossingen.”
Er staat nu een hele solide basis met mensen en kennis over dit onderwerp.
Weeda en Rietdijk willen met hen en andere instellingen graag hun kennis, kunde en ervaring delen. Weeda doet dit via landelijke netwerken, zoals lectorenplatforms, zoals Lectorenplatform Energievoorziening in Evenwicht (LEVE) en Nationaal Lectorenplatform Urban Energy (NL UE) en via conferenties. “Daar dragen we dit verhaal uit, we delen wat we hier leren. Veel collega hogescholen en universiteiten zijn met ditzelfde issue bezig. Die hebben net weer een andere benadering of zitten in een andere fase, maar daardoor kom je wel tot elkaar en leer je van elkaar. Daardoor staat er nu een hele solide basis met mensen en kennis over dit onderwerp.”
Daarnaast is begrip voor elkaars situatie van groot belang. Want innovatieve en high tech productiebedrijven uit de regio leveren over de hele wereld. Zij willen continuïteit van hun onderneming en daar hoort een betrouwbaar elektriciteitsnet bij. Rietdijk heeft de verschillende partijen bij elkaar gebracht. Enerzijds om te inventariseren wat de problemen zijn, anderzijds om dat begrip te creëren voor ieders situatie. Zo kregen de ondernemers meer inzicht in de problemen waar netbeheerders en energieleveranciers mee worstelen en vice versa. Dat heeft voor betere verhoudingen gezorgd en voor een verbetering in de samenwerking tussen al die partijen.
“Want dat is wel de grootste uitdaging van dit project: heel veel schakelen met ondernemers, met gemeenten, netbeheerders”, aldus Weeda. “Dat is nodig om deze oplossing te realiseren. En daarvoor is een cultuuromslag nodig, omdat we meer als een collectief moeten kijken naar de energietransitie. En daarvoor hebben we ook de hulp en het lef vanuit de politiek in Den Haag nodig. Want alleen dan is het mogelijk om nieuwe woningen te bouwen, bedrijven te laten groeien en te verduurzamen.”
Mertijn Weeda, onderzoeker bij Avans Hogeschool, en Jan Rietdijk van het Kempisch Ondernemers Platform (KOP) bij een van de bedrijven die meedoen aan het Kempen Energy Hub project in Bergeijk.
Mooi praktijkvoorbeeld voor andere bedrijven
Met hulp van Weeda en zijn studenten is de proef met de energiehub geslaagd. Rietdijk: “We zijn nu bezig om dit in de Kempense regio op grotere schaal uit te rollen. In Bergeijk zijn er twee energiehubs live en er staan nog drie op de rol in Bergeijk en één in Eersel. Daarnaast loopt er momenteel een onderzoek in Reusel en Bladel. Volgend jaar gaan we aan de slag in Valkenswaard. Daarmee zijn we een van de koplopers in Nederland op dit gebied.” En daarmee is het Kempen Energy Hub project een mooi praktijkvoorbeeld voor andere bedrijven in Nederland.
Mertijn Weeda sprak op het symposium Symposium Hogeschoolonderzoek in Energietransitie en Circulariteit in het najaar van 2025 over de Kempen Energy Hub. In het najaar van 2026 zal er weer een symposium plaatsvinden.
Mertijn Weeda, onderzoeker bij Avans Hogeschool, presenteert op het symposium Symposium Hogeschoolonderzoek in Energietransitie en Circulariteit.