Inclusief samenwerken in het theater
Wanneer acteurs met en zonder een beperking samen op het toneel staan, levert dit prachtige theaterproducties op. Theatermakers zijn op zoek naar maatschappelijke erkenning voor deze inclusieve kunstvorm en willen deze verder ontwikkelen. Ook zoeken ze naar manieren om hun eigen ervaringen met inclusief samenwerken te verspreiden.
Onderzoekers van Hogeschool Rotterdam en ArtEZ University of the Arts werken samen aan het ontwikkelen van kennis over inclusief samenwerken in het theater. Door het delen van deze kennis en inzichten helpen ze theatermakers en acteurs die ook inclusief (willen) werken vooruit. In het RAAK-mkb-project Versterking van inclusieve samenwerking binnen het theater doen naast de hogescholen ook 4 zelfstandig werkende theatermakers en 3 theatergezelschappen mee, waarin zowel acteurs met als zonder een beperking actief zijn.
Sociaal én artistiek vraagstuk
Projectleider Monique Bussmann, werkzaam als postdoc-onderzoeker binnen het Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam, vertelt enthousiast: “Dit project is eigenlijk een vreemde eend in de bijt van ons lectoraat Disability Studies. Maar dat is goed, want daar begint innovatie!
"Binnen het lectoraat staat de sociale doelstelling van participatie vaak centraal, maar in dit project is het artistieke vraagstuk net zo belangrijk. Hoe kunnen we deze inclusieve vorm van theaterkunst naar een volgend niveau brengen?”
Onderzoekspartners vullen elkaar aan
Om te doorgronden wat er gebeurt als acteurs met en zonder een beperking samenwerken in een theaterproductie, hebben de onderzoekers meer dan 50 interviews gehouden. Met theatermakers, met acteurs met en zonder beperking en met begeleiders.
“We deden deze gesprekken altijd met 2 interviewers: iemand vanuit het Kenniscentrum Zorginnovatie en iemand uit de theaterwereld”, vertelt Monique Bussmann. “Onze praktijkpartners weten goed hoe het werkt op de theatervloer en ze zijn vertrouwd met het communiceren met mensen met een beperking. Met die kennis en ervaring vulden zij onze systematische onderzoeksaanpak goed aan.”
In experimenteerrondes stonden de onderzoeksvragen van de theatermakers centraal. “Tijdens deze experimenten zijn we bijvoorbeeld op zoek gegaan naar verschillen in de manier waarop een theatermaker acteurs met en zonder een beperking benadert. We hebben hierbij veel geleerd over hoe artistiek en wetenschappelijk onderzoek elkaar aanvullen", licht Bussmann toe.
Ervaringen delen
“We willen theatermakers en acteurs niet vertellen ‘hoe het moet’”, vervolgt Bussmann “we willen ervaringen delen over inclusief samenwerken in het theater. Zodat ze zelf kunnen zien wat je daarbij tegenkomt of op welke manieren je zo’n samenwerking kunt vormgeven.
"De ervaringen uit de interviews en de experimenteerrondes hebben we in een model geclusterd tot 6 thema’s die we ‘sferen’ noemen. Elke ‘sfeer’ representeert een ander aspect van de inclusieve samenwerking. De ene theatermaker wil bijvoorbeeld een hele comfortabele ruimte organiseren waarin mensen met een beperking alles van zichzelf kunnen laten zien. De ander zoekt frictie, wil confronteren en het publiek aan het denken zetten.
"We presenteren de 6 ‘sferen’ in een online omgeving, zodat iedereen, ook mensen met een beperking en hun begeleiders, in de verschillende ‘sferen’ kunnen leren van praktijkervaringen en verhalen van anderen.”
Inclusief symposium
Het consortium werkt aan een inclusief symposium om het RAAK-mkb-project in september 2022 af te sluiten. Ook hier is de samenwerking tussen de onderzoekspartners essentieel. De onderzoekers van ArtEZ werken aan een theatrale vorm om de resultaten op het symposium te presenteren.
Monique Bussmann vindt dit belangrijk: “We hebben hier al een eerste proeve van gezien en de mensen in de zaal waren direct ontroerd, ook wij zelf! Bij de theatrale presentatie wordt de theorie achter de inclusieve samenwerking, die wij heel zorgvuldig hebben geanalyseerd en onderbouwd, voor het publiek echt voelbaar.”
Impact in onderwijs en wetenschap
Naast het delen van de resultaten in de theaterwereld, schrijft een schrijversgroep aan een wetenschappelijke publicatie en aan een lesbrief voor de opleiding Docent Theater aan ArtEZ. Hiermee worden de studenten van deze opleiding actief aan het denken gezet over inclusieve samenwerking op basis van de resultaten van dit RAAK-mkb-project.
Studenten Social Work van Hogeschool Rotterdam werken voor hun afstudeerproject in de theatergezelschappen aan co-creatie-bijeenkomsten. Daarin vragen ze feedback van acteurs met een beperking op het project en op de resultaten, om op die manier de stem van deze groep goed tot zijn recht te laten komen en om de resultaten te valideren.
Vanuit KIEM naar RAAK-mkb
Het zaadje voor dit onderzoek werd geplant in een KIEM-project. Daarin verkende het Kenniscentrum Zorginnovatie samen met een van de theatergezelschappen al hoe je een inclusieve werkwijze overdraagbaar kunt maken. Ook breidden ze het netwerk van kennis- en praktijkpartners verder uit. Vanuit die basis kon dit 2-jarige RAAK-mkb-project van start met een solide consortium en een gedegen onderzoeksopzet.
Dynamiek van de onderzoekspraktijk
Tijdens zo’n langdurig samenwerkingsverband bleek flexibiliteit belangrijk. In de theaterwereld werkt men normaal gesproken van productie naar productie en een tweejarig plan past helemaal niet in hun dynamiek.
Bussmann: “De abstractie en de theorie van het onderzoeksgedeelte past niet bij de manier van werken van theatermakers. Maar als we nu samen terugkijken, dan zien de theatermakers in het model met de 6 ‘sferen' hun inclusieve werkwijze goed terug. Het helpt hen om erkenning te krijgen voor de kunstvorm en voor het kunstenaarschap van acteurs met een beperking!”