Recyclebare tenten en shelters voor een circulaire economie

De Nederlandse overheid streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. Maar hoe komen we daar? Onderzoekers van Avans Hogeschool zoeken samen met praktijkpartners in verschillende projecten naar manieren om hieraan bij te dragen. Bijvoorbeeld door circulair tentdoek te ontwerpen en een beslistool voor NGO’s te ontwikkelen.

Circulair tentdoek

De wens om de ecologische voetafdruk te verkleinen leeft bij veel organisaties in diverse sectoren. Neem de festival- en evenementenbranche. Wegwerpplastic is daar inmiddels taboe en er wordt gezocht naar circulaire oplossingen op thema’s als water- en energieverbruik, transport en materiaalgebruik.

“Ook tenten worden vaak eenmalig gebruikt en bezoekers gooien na 3 dagen hun tent weg. Zo ontstond het idee om circulair tentdoek te ontwikkelen”, vertelt Amarante Böttger, lector Nieuwe materialen en hun Toepassing aan Avans Hogeschool en professor aan de TU Delft.

In het KIEM GoCI-project Circulair Tentdoek voor festivals en evenementen ging een consortium aan de slag met dit vraagstuk. “Op dit moment wordt tentdoek vaak gemaakt van PE (polyethyleen) met een coating van PVC. Dat is heel lastig te recyclen, omdat je die materialen niet meer van elkaar af krijgt”, aldus Amarante Böttger.

“In dit project hebben we tentdoek ontwikkeld dat bestaat uit doekmateriaal dat je moleculair kunt recyclen. De coating die overblijft kan als meststof worden gebruikt. We zijn al aan het nadenken over vervolgprojecten, waarbij ook de coating hergebruikt kan worden.”

Medewerkers van WRG zetten een tent op met circulair tentdoek.

Circulaire shelters voor noodhulp

Voor het circulaire tentdoek een vervolg krijgt, loopt er eerst nog een ander project; het KIEM-ce-project Circulaire shelters voor Noodhulp. Ook bij noodhulporganisaties speelt het duurzaamheidsvraagstuk, waar het tentdoek maar een klein onderdeel van is.

“Wij leveren noodhulpgoederen aan hulporganisaties als Artsen zonder Grenzen”, vertelt Roel Gijsbers van Wijnroemer Relief Goods (WRG), “waarbij de behoeftes uiteenlopen en gaandeweg kunnen veranderen. Stel: zo’n organisatie gaat naar een oorlogsgebied waar ze maar een jaar zitten, dan heeft het weinig zin om daar hele dure spullen naartoe te brengen.”

“En er zijn ook projecten die ooit zijn begonnen als tijdelijke shelters die er 20 jaar later nog staan. Dan is het wel zinvol om te investeren in duurzamere shelters. Maar het blijft lastig. Veel organisaties zitten niet te wachten op een nieuwe tent. Dat is duur, en hulporganisaties willen elke euro besteden aan het helpen van mensen.”

Het huidige project richt zich daarom op het ontwikkelen van een beslistool voor NGO’s, zodat deze organisaties kunnen bepalen welke shelter past bij welke situatie. Amarante Böttger: “We zijn nu bezig met een inventarisatie, met input van WRG, Artsen zonder Grenzen, en kennis over materialen en life cycle analysis. Dat moet allemaal samen komen in die tool.”

Een semipermanente noodhulpshelter in Sudan van materiaal van WRG.

Een complex vraagstuk

De tool adviseert vooralsnog op basis van data over materiaalgebruik, maar is dat voldoende? Roel Gijsbers: “Voor een organisatie als Artsen zonder Grenzen is het belangrijk dat wat zij inkopen duurzaam is, maar bijvoorbeeld ook dat het ethisch verantwoord is. Dat zit nu nog niet verwerkt in de tool.”

“Het is een complex vraagstuk dat je alleen al in alle materiaalstappen enorm kan verbreden”, vult Amarante Böttger aan. “Je kan kijken naar CO2-uitstoot, maar ook naar waterverbruik en de arbeidsomstandigheden gedurende het productieproces. Het hele vraagstuk kan je niet oplossen in een project van een jaar. Maar je moet klein beginnen, dus in deze projecten zoomen we in op onderdelen van het vraagstuk.”

Spanningsveld rondom duurzame keuzes

Een aspect dat het verhaal extra complex maakt is het kostenplaatje. Amarante Böttger: “Circulariteit kost geld en dat heeft consequenties. Voor Artsen zonder Grenzen is dat minder mensen kunnen helpen, voor een bedrijf betekent dat minder winst. Dan is de vraag of het feit dat je duurzamer bent voordeel oplevert voor het bedrijf. Dat is waar het vaak een beetje op blijft hangen.”

“Het is een spanningsveld”, beaamt Roel Gijsbers, “maar er wordt wel steeds meer over duurzaamheid en circulariteit nagedacht, ook in de wereld van de noodhulp. Het Rode Kruis heeft bijvoorbeeld een tool gepresenteerd waarmee de CO2-footprint van de organisatie wordt vastgesteld. De timing van dit project is dus heel goed.”

Het circulaire tentdoek tentoongesteld tijdens de Dutch Design Week.

Het lectoraat Nieuwe Materialen en hun Toepassing presenteerde het circulaire tentdoek tijdens de Dutch Design Week 2022.

De transitie versnellen

De transitie naar een circulaire economie wordt dus met kleine stappen gemaakt. Wat is ervoor nodig om dit proces te versnellen? Amarante Böttger: “Je ziet dat wanneer de overheid regels en eisen stelt dat bedrijven meer geneigd zijn om in actie te komen. Dan moeten ze wel. De publieke opinie en de overheid bewegen wel die richting op en dat drijft bedrijven ook. Maar dat kan ook weer leiden tot zoiets als green washing.”

Multidisciplinaire aanpak

“De oplossing ligt mijns inziens in het vraagstuk multidisciplinair aanpakken", stelt Amarante Böttger. "Mijn lectoraat bestaat bijvoorbeeld uit mensen met heel verschillende achtergronden: industrieel ontwerp, bouwkunde, chemici, maar ook mensen van art&design-opleidingen.”

“En voor deze projecten zitten we met veel partijen bij elkaar: vanuit de noodhulp, vanuit de textiele architectuur, producenten van biopolymeren. Het start altijd wat lastiger en duurt even voordat iedereen elkaar begrijpt, maar het levert wel bruikbare resultaten op. Dat zie ik als een belangrijke sterkte van onderzoek dat wordt gedaan aan hogescholen.”

“Op de universiteit wordt er tot in detail op de materie ingegaan, wat samenwerking tussen disciplines ingewikkelder maakt. Anderzijds zie ik ook dat hogescholen vaak minder instrumentatie hebben, dus als je toch wat dieper de materie in wil gaan dan is het handig als je contact hebt met een universiteit. Het is dus heel belangrijk dat hogescholen en universiteiten samenwerken.”

Roel Gijsbers: “Met zo veel disciplines bij elkaar merken we dat er inderdaad heel snel resultaat wordt geboekt. Partijen gaan na een overleg weer hun eigen vakgebied in en komen een aantal weken later al met resultaten, waar je weer met z’n allen op voort kunt bouwen. Een volledig circulaire economie is nog een stip op de horizon, maar hoe meer van dit soort projecten, hoe sneller we daar zijn."