Verbindend actie-onderzoek maakt het verschil voor revalidatiepatiënten

Op 17 november 2022 won het team van lector Ramon Daniëls en senior-onderzoeker Monique Lexis van Zuyd Hogeschool de RAAK-award voor het beste praktijkgerichte onderzoek met hun project Ergotherapie en Do-It-Yourself technologie. De jury prees onder andere de grote stap die het team heeft gemaakt in het verbinden van verschillende vakgebieden, revalidatiecentra, onderwijs, cliënten en hogescholen.

Vliegwiel

“Het winnen van de RAAK-award op het SIA-congres was natuurlijk een fantastische ervaring”, vertelt Monique Lexis, senior-onderzoeker aan Zuyd Hogeschool. “Naast dat het een waardering is voor ons harde werk, is het ook een vliegwiel voor verdere samenwerking. We werden daarna bijna elke dag wel een keer benaderd voor nog meer samenwerking. Vanuit verschillende hoeken is er interesse in onze werkwijze.”

Het onderzoek in het kort

“Het onderzoek komt er, heel in het kort, op neer dat we Do-It-Yourself-technologie, in het bijzonder 3D-printen, hebben ingezet voor het maken van allerlei hulpmiddelen op maat (bestekhandvatten, schrijfhulpmiddeltjes, drinkbekerhouders) voor cliënten die aan het revalideren zijn. Hierbij hebben we onderzoek gedaan naar de inzet van verschillende 3D-printers, nieuwe printmaterialen, nieuwe 3D-ontwerptechnieken. We hebben hierin allerlei stappen gezet in de ontwikkeling van hulpmiddelen op maat.

Die stappen hebben we in kaart gebracht, zodat ergotherapeuten deze weer opnieuw kunnen gebruiken. Bij het proces waren niet alleen onderzoekers van ons lectoraat Ondersteunende technologie in zorg betrokken, maar ook bijvoorbeeld studenten techniek, materiaalkunde, ontwerpers en 3D-ontwerp, printbedrijven en cliënten”, vertelt Monique Lexis.

Ergotherapie en Do-It-Yourself technologie

Handspalk uit de 3D-printer bedoeld om de hand in een bepaalde stand te postioneren.

Verschillende groepen

Het onderzoek, gefinancierd door de regeling RAAK-publiek, richtte zich op cliënten van revalidatiecentra. Het team richtte in 3 verschillende centra - voor kinderen, volwassenen en ouderen - een leergemeenschap op. Deze bestond uit een vakoverstijgend team van ergotherapeuten, (adaptatie)technici, docenten van de opleiding engineering, studenten en een onderzoeker uit het lectoraat. Soms sloot ook een manager of beleidsmedewerker van het revalidatiecentrum aan.

De groep varieerde daarmee per locatie. Ook ging het team de samenwerking aan met een regionaal 3D-printbedrijf.

Beeldscherm met daarop een ontwerp voor een 3D-print van een hulpmiddel

Een hand wordt gescand om er een hulpmiddel op aan te passen.

Kijkje in elkaars wereld

Monique Lexis licht toe: “Zo kwam het dat we met een groepje ergotherapeuten op bezoek waren bij een bedrijf gespecialiseerd in 3D-printen. En andersom: met een groepje techneuten gingen we op bezoek bij een revalidatiecentrum.

Dit kijkje in elkaars werelden leverde veel wederzijds inzicht en begrip op. Zo hadden de techneuten er bijvoorbeeld niet bij stilgestaan dat sommige cliënten liever een hulpmiddel hebben dat er niet te opvallend uitziet, maar door met de cliënten in gesprek te gaan vielen ook dit soort dingen op hun plaats.”

Het proces vastleggen

“Met de leergemeenschap gingen we een proces in: stapsgewijs brachten we de hulpvraag van een cliënt in kaart. We keken wat de cliënt nodig had en stelden samen een programma van eisen voor het hulpmiddel op. Daarbij spelen praktische vragen als: is het makkelijk te hanteren, kan je het veilig in je mond stoppen (voor kinderen), kan het in de vaatwasser? Voor kinderen is de hulpvraag vaak weer heel anders, zijn andere dingen belangrijk dan voor volwassenen, of ouderen”, licht Monique toe.

“We keken hoe we van die eisen een technisch ontwerp konden maken. Hiervoor was de samenwerking met technici van cruciaal belang. We maakten een procesbeschrijving en eenvoudige instructiefilmpjes. Elk product is individueel, maar het proces proberen we zoveel mogelijk vast te leggen. Het is toch een omslag in de ergotherapie, en zoiets gaat nooit helemaal vanzelf en op deze manier proberen we hierin te faciliteren en te ondersteunen.

Van oudsher werken ergotherapeuten met hout, schuimrubber of kunststof om hulpmiddelen te maken. Dit zijn andere materialen met andere technieken, en dan is het natuurlijk prettig als er eenduidige richtlijnen komen. Dat zit hem niet alleen in het middel zelf, maar bijvoorbeeld ook in de wetgeving, waarin vastgelegd is waar zo’n hulpmiddel aan moet voldoen. Dit hebben we ook uitgezocht, samen met de Universiteit Maastricht, en verwerkt in de procesbeschrijving.”

Zelf ontwerpen

Iets wat ook een grote rol speelde is de snelheid van de technische ontwikkelingen, vertelt Monique: “Toen we begonnen was 3D-printen nog veel duurder, maar het wordt langzaam steeds laagdrempeliger. Dat maakt het ook makkelijker om te experimenteren. Het is niet meer zo duur om een prototype te maken. Een van onze jonge cliënten heeft zichzelf bijvoorbeeld leren 3D-ontwerpen en kon zo zelf mee-ontwerpen aan zijn hulpmiddel. Wie weet wordt dat wel de toekomst, dat steeds meer cliënten zelf mee ontwerpen en printen.”

Impact van ons onderzoek

Monique vertelt verder: “De procesbeschrijving heeft ervoor gezorgd dat ook anderen makkelijker met de techniek aan de slag gaan. Dat hier behoefte aan is hebben we gemerkt aan de vele vragen die we krijgen en we zijn blij dat we hierin kunnen voorzien met ons project.

Dit geven we nog een extra impuls met het prijzengeld van de RAAK-award waarmee we onder andere een symposium gaan organiseren. Daarnaast gaan we met het geld onze toolboxen nog doorontwikkelen, en we willen professionele instructievideo’s maken. Onze kennis nog verder verspreiden, om het zo voor ergotherapeuten en dus ook voor de cliënten steeds beter te maken.”

Credits

Foto's: Sjaak Boot, Inge Hondebrink