De-minimisregeling

Vaak moeten partners die deelnemen in je consortium én een deel van de subsidie ontvangen, een de-minimisverklaring aanleveren. Op deze pagina lees je hier meer over.

Regieorgaan SIA financiert praktijkgericht onderzoek van hogescholen. Zij doen onderzoek in consortia waarin andere onderzoeksinstellingen, bedrijven en publieke organisaties deelnemen. Afhankelijk van de subsidieregeling is het mogelijk dat consortiumpartners via de hogeschool een deel van de subsidie ontvangen. Omdat subsidies die Regieorgaan SIA verstrekt worden aangemerkt als financiële steun vanuit de overheid kan er in dat geval sprake zijn van staatssteun.

De consortiumpartners kunnen in veel gevallen toch subsidie ontvangen door toepassing van ’staatssteuninstrumenten’: de-minimis, Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) en Diensten van algemeen economisch belang (DAEB). In de subsidieoproepen staat welke regeling(en) van toepassing zijn. Op deze pagina gaan we verder in op de de-minimisregeling.

Inhoud

De de-minimisverordening

Om een deel van de subsidie te ontvangen moeten consortiumpartners een de-minimisverklaring invullen. Hieraan ten grondslag ligt de de-minimisverordening. Deze verordening betreft financiering voor partners die in een consortium betrokken zijn en valt door de beperkte omvang buiten de staatssteunregels. Een bedrijf of organisatie mag, afhankelijk van de sector waar de consortiumpartner actief in is, een maximaal bedrag per 3 jaar aan subsidie ontvangen. Voor de meeste consortiumpartners is dat
€ 300.000 per 3 jaar. Zie voor meer informatie de Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Europese Commissie van 13 december 2023.

Wanneer de-minimisverklaring indienen?

Elke eenheid die een economische activiteit uitoefent en subsidie ontvangt, ongeacht de rechtsvorm en de wijze van financiering, moet een de-minimisverklaring indienen. Hieronder vallen onder andere mkb-ondernemingen, grootbedrijven, zzp’ers, ziekenhuizen en mbo-instellingen.

Consortiumpartners die alleen een bijdrage leveren (in-kind of in-cash) en geen subsidie ontvangen hoeven geen de-minimisverklaring in te dienen. Als een partner deels een bijdrage levert en deels subsidie ontvangt, dan geldt de de-minimisverklaring alleen over het subsidiebedrag.

Voorbeeld:

Consortiumpartners (A, B en C) dragen alle 3 voor € 20.000 bij aan het project. Deze bijdragen doen zij in-cash of in-kind (bijvoorbeeld door het leveren van mensuren en/of materiaal).

  • Consortiumpartner A levert de volle € 20.000 als in-kind bijdrage. Dan is geen de-minimisverklaring nodig.
  • Consortiumpartner B wil de volle € 20.000 die het aan kosten maakt vergoed krijgen, dus B levert geen in-kind bijdrage. Deze consortiumpartner moet de de-minimisverklaring invullen voor € 20.000.
  • Consortiumpartner C doet half/half; € 10.000 draagt C in-kind bij, de andere €10.000 die C aan kosten maakt, wil deze consortiumpartner vergoed krijgen. C moet de de-minimisverklaring invullen voor € 10.000.

Indienen van een verklaring

Van consortiumpartners die een deel van de subsidie ontvangen en dus op de begroting staan, moet Regieorgaan SIA een de-minimisverklaring ontvangen. Uitzondering hierop zijn onderzoeksinstellingen die deelnemen in het consortium.

Deze verklaringen (het format hiervoor is beschikbaar in ISAAC) moeten via ISAAC ingediend worden, tegelijkertijd met de overige documenten van de aanvraag, zoals het projectvoorstel en het aanvraagformulier.

In de de-minimisverklaring moet staan:

  1. Informatie over de consortiumpartner (naam bedrijf/instelling, KvK-nummer, naam ondertekenaar etc.).
  2. Antwoord op de vraag of eerder in de afgelopen 3 jaar de-minimissteun is ontvangen en, zo ja, hoeveel dat is. Hierbij moet alle de-minimissteun opgeteld worden, onafhankelijk waar de steun vandaan komt. Andere vormen van steun, zoals AGVV, hoeven hier niet bij opgeteld te worden.
  3. Of er voor dezelfde in aanmerking komende kosten via een andere regeling al financiële steun wordt verleend. Mocht dat zo zijn, dan moet die informatie toegevoegd te worden.

Bepalen totaal bedrag de-minimissteun

De periode van 3 jaar omvat volledige kalenderjaren en wordt berekend vanaf het moment van ondertekenen van de de-minimisverklaring. Als een verklaring op 1 augustus 2024 wordt ondertekend, gelden de 3 voorgaande jaren, oftewel de periode van 1 augustus 2021 tot en met 1 augustus 2024. In het geval de aanvragende organisatie minder dan 3 jaar bestaat, wordt er gekeken naar de periode vanaf de oprichting van de organisatie tot aan de datum van ondertekening.

Ook de-minimissteun die consortiumpartners al aangevraagd hebben, maar die nog niet toegekend is, moet meegeteld worden. De verklaringen die voor deze steun van toepassing zijn, voegt de consortiumpartner toe aan de de-minimisverklaring.

In het geval dat een onderneming die deel uitmaakt van een groep verbonden ondernemingen de-minimissteun aan wil vragen, moet ook de ontvangen de-minimissteun van de verbonden ondernemingen worden meegenomen.

Overschrijden de-minimisdrempel

Constateert de penvoerder op enig moment dat de de-minimisdrempel door een consortiumpartner wordt overschreden, dan moet de projectleider dit te melden bij Regieorgaan SIA. Het overschrijden van de de-minimisdrempel kan gevolgen hebben voor de subsidie. Een bedrijf of organisatie die de drempel overschrijdt, kan geen subsidie meer krijgen maar nog wel deelnemen in het consortium door in-kind of in- cash deel te nemen.

Verantwoordelijkheid de-minimisverklaring

Het is de verantwoordelijkheid van de consortiumpartner die subsidie wil ontvangen om de verklaring naar waarheid in te vullen en na te gaan of de subsidie op grond van de de-minimisregeling mag worden ontvangen. De penvoerder van de aanvraag is verantwoordelijk voor het laten invullen en tijdig indienen van de de-minimisverklaring(en) van de consortiumpartners die een deel van de subsidie ontvangen.